Binnenkort hebt u een afspraak voor een pneumodilatatie. Hierbij wordt de onderste sluitspier van de slokdarm met een ballon met lucht opgerekt. In deze folder leest u belangrijke informatie over de gang van zaken rond dit onderzoek en hoe u zich kunt voorbereiden.
Belangrijk
- Vanaf twee dagen voor de behandeling mag u niet alles meer eten.
- Als u bloedverdunners gebruikt, is het belangrijk dat u met uw behandeld arts overlegt of u deze mag doorgebruiken.
- Tijdens deze behandeling krijgt u een roesje of sedatie met het medicijn Propofol®. Van uw behandeld arts krijgt u hierover meer informatie.
- U kunt niet zonder begeleiding naar huis. Dit geldt ook als u met de taxi gaat. Er moet de eerste nacht na de ingreep ook altijd een begeleider bij u aanwezig zijn. Uw begeleider kan in de wachtkamer plaatsnemen, maar kan niet mee de afdeling op of aanwezig zijn bij het onderzoek.
- Ziek of verhinderd? Laat het ons zo spoedig mogelijk weten via telefoonnummer 088 75 573 66.
Neem contact op met uw arts als u:
- Allergisch bent voor bepaalde geneesmiddelen.
- (mogelijk) Zwanger bent.
- Aan een hart- en/of longaandoening lijdt.
Vragen?
Hebt nu naar aanleiding van deze folder nog vragen, bel ons dan gerust op telefoonnummer: 088 75 573 66. Wij zijn op werkdagen bereikbaar tussen 8.00 en 17.00 uur.
Doel van de behandeling
Tijdens deze behandeling rekken we een vernauwing in de slokdarm op, zodat eten en drinken beter kan passeren. In veel gevallen gaat het om het ziektebeeld achalasie, waarbij de onderste slokdarmspier niet meer kan ontspannen en opgerekt moet worden.
Duur van het onderzoek
Het onderzoek duurt ongeveer twintig minuten.
Voorbereiding uitklapper, klik om te openen
Voor de behandeling moeten uw slokdarm en maag leeg zijn. Daarom moet u nuchter zijn. Dit betekent dat u vanaf 22.00 uur de avond vóór het onderzoek niet meer mag eten, drinken en roken. Het onderzoek kan niet doorgaan als u niet nuchter bent.
Dieetadvies
Vaak vindt de behandeling plaats in een reeks van drie dilataties in één week (maandag, woensdag en vrijdag) Indien u maar één behandeling moet ondergaan volg dan alleen de instructies voor de eerste pneumodilatatie.
Eerste pneumodilatatie | Dik vloeibaar dieet. Hiermee bedoelen we: pap, vla, yoghurt, kwark en appelmoes. |
---|---|
Twee dagen voor het onderzoek | Helder vloeibaar dieet: Hiermee bedoelen we: thee, water, appelsap, bouillon. Vanaf 22.00 uur mag u niets meer drinken. |
Eén dag voor het onderzoek | Eén uur na de dilatatie mag u weer een dik vloeibaar dieet. Hiermee bedoelen we: pap, vla, yoghurt, kwar en appelmoes. |
Tweede pneumodilatatie | |
De dag tussen de eerste en tweede pneumodilatatie | Helder vloeibaar dieet. Hiermee bedoelen we: thee, water, appelsap, bouillon. Vanaf 22.00 uur mag u niets meer drinken |
De dag van de tweede pneumodilatatie | Eén uur na de dilatatie mag u weer een dik vloeibaar dieet. Hiermee bedoelen we: pap, vla, yoghurt, kwark en appelmoes. |
Derde pneumodilatatie | |
De dag tussen de tweede en derde pneumodilatatie | Helder vloeibaar dieet. Hiermee bedoelen we: thee, water, appelsap, bouillon. Vanaf 22.00 uur mag u niets meer drinken |
Dag van de derde pneumodilatatie | Eén uur na de dilatatie mag u weer eten en drinken. Bouw uw eigen dieet weer langzaam op. |
Medicijnen
Als u medicijnen slikt, mag u die tot 3 uur vóór het onderzoek innemen met een slokje water. U kunt het innemen van uw medicijnen wellicht ook uitstellen tot na het onderzoek. Overleg dit met uw arts.
Bloedverdunners
Gebruikt u bloedverdunners? In sommige gevallen moet u tijdelijk stoppen met het gebruik van de bloedverdunners vóór de pneumodilatatie. Overleg dit altijd met de arts die de pneumodilatatie heeft aangevraagd.
Diabetes mellitus
Hebt u diabetes mellitus en gebruikt u insuline? Pas dan uw insuline aan in overleg met uw arts. Bij het gebruik van tabletten mag u de dag vóór het onderzoek de normale dosering innemen.
Op de dag van het onderzoek:
- Voor het onderzoek geen medicatie.
Na het onderzoek:
- bij 1 maal daags gebruik start u bij de eerstvolgende maaltijd.
- Gebruikt u de medicatie 2, 3, of 4 maal daags: bij de volgende maaltijd de gebruikelijke dosering hervatten.
Tijdens het onderzoek uitklapper, klik om te openen
Sedatie
Wij willen deze behandeling voor u zo aangenaam laten verlopen. Daarom krijgt u een pijnstiller en slaapmiddel.Voor het slaapmiddel zijn er twee mogelijkheden:
- U krijgt een roesje toegediend door een medewerker van de endoscopieafdeling.
- U krijgt sedatie met het medicijn Propofol® toegediend door een medewerker van de anesthesie.
Het slaapmiddel krijgt u via een naald in uw arm toegediend. Weet u uit eerdere ervaringen dat het plaatsen van een infuusnaaldje moeilijk is, geef dit dan tijdig aan ons door.
Tijdens de pneumodilatatie
Het begin van de behandeling
De verpleegkundige haalt u op uit de wachtkamer en brengt u naar de voorbereidingsruimte. Hier neemt u plaats op een bed en nemen wij uw gegevens met u door. De verpleegkundige brengt een infuusnaald in.Een endoscopieverpleegkundige haalt u op en brengt u naar de onderzoeksruimte. De arts stelt u een aantal vragen, dit noemen wij ook wel een ‘time-out’.
Wij meten uw bloeddruk, hartslag en zuurstofgehalte. En u krijgt een drankje te drinken tegen het schuim in de maag. We vragen u om eventueel losse gebitsdelen uit te doen en uw bril af te doen. U krijgt tijdens de behandeling een beschermende bijtring in de mond.
Het inbrengen van de gastroscoop
Tijdens de behandeling ligt u op uw linkerzijde op de behandeltafel. De verpleegkundige plaatst de bijtring tussen uw tanden om uw gebit en de gastroscoop (een dunne buigzame kijkslang) te beschermen. De arts brengt de gastroscoop door de ring in uw keel en vraagt u te slikken. Bij het inbrengen van de gastroscoop blijven de luchtwegen vrij, zodat u rustig kunt blijven ademen.
De arts legt vervolgens via de gastroscoop een geleide draad voorbij de onderste slokdarmspier. De gastroscoop wordt verwijderd, terwijl de geleide draad blijft liggen en door de mond uitsteekt. Met röntgendoorlichting wordt gekeken of de geleide draad goed ligt. Daarna wordt de diliatatieballon over de draad ter hoogte van de onderste slokdarmspier gebracht. De ballon wordt opgeblazen en zo wordt de onderste slokdarmspier in de slokdarm opgerekt. Als de slokdarmspier voldoende is opgerekt, worden de ballon en geleide draad verwijderd.
Na het onderzoek uitklapper, klik om te openen
Het kan zijn dat u direct na de behandeling pijn heeft en een klein beetje bloed opgeeft, dit is normaal.
Na het onderzoek brengt de verpleegkundige u naar de uitslaapkamer. Hier moet u nog één uur uitslapen. Als u goed wakker bent en geen pijn of andere klachten hebt, mag u weer eten en drinken volgens bovenstaand schema. Wij bellen uw begeleider na het onderzoek over het tijdstip waarop u gehaald mag worden. U mag niet zonder begeleiding de afdeling verlaten.
U krijgt een ontslagbrief. Hierin staat onder andere wat er tijdens het onderzoek is gezien/gedaan en wat u moet doen in geval van complicaties.
Verkeersdeelname en begeleiding na een roesje
U mag na het roesje de rest van de dag geen voertuig (auto, motor, brommer, fiets) besturen. Ook als u met een taxi of met het openbaar vervoer naar huis gaat, is het nodig dat er een familielid of kennis bij u is.
Als er niemand beschikbaar is om u naar huis te begeleiden, dan kunt u geen roesje krijgen. Wij raden u dan aan om met de arts die het onderzoek heeft aangevraagd te overleggen over een oplossing.
Mogelijke complicaties
Pneumodilatatie is een veilige behandeling. In zeldzame gevallen ontstaan er complicaties:
- Bij het oprekken kan er een gaatje (perforatie) in de slokdarm ontstaan. Dit zien we tijdens de behandeling en we plaatsen dan meteen een metalen stent. Een opname is dan noodzakelijk alsook het geven van antibiotica.
- U kunt tot enkele dagen na de behandeling last houden van een gevoelige keel.
- Door verslikken kan er maaginhoud in de longen terecht komen. Een enkele keer kan dit een infectie veroorzaken.
- Ook komen soms ademhalingsproblemen of hartfunctiestoornissen voor door het roesje.
Wanneer contact opnemen
Bij hevige buikpijn, koorts en veel bloedverlies, moet u contact met ons opnemen. Op werkdagen tussen 8.00 en 17.00 uur kunt u bellen met de endoscopieafdeling via 088 75 573 66. Buiten deze tijden belt u met de verpleegafdeling MDL via 088 75 562 22.
Contact uitklapper, klik om te openen
Hebt u vragen? Neem dan contact met ons op. Voor het maken van een afspraak hebt u verwijzing nodig van de huisarts of medisch specialist.
Polikliniek Afdeling Endoscopie
Telefoonnummer: 088 75 573 66De afdeling is op werkdagen bereikbaar van 08.00 - 17.00 uur
Hebt u vragen? Neem dan contact met ons op. Voor het maken van een afspraak hebt u een verwijzing nodig van de huisarts of specialist.
Polikliniek Maag-, darm- en leverziekten (MDL)
Telefoonnummer: 088 75 562 76De polikliniek is op werkdagen bereikbaar van 08.00 - 17.00 uur