1694 resultaten

1. Duif (IgG tegen): serumeiwitten, veren & uitwerpselen (ge91)

   Type III allergie

   Centraal Diagnostisch Lab

   Duif (IgG tegen): serumeiwitten, veren & uitwerpselen (ge91)

   Materiaal

   
   Stolbloed, gel, 5 mL (geel)

   Afnamevolume

   1.2 mL
   WKZ: 0.25 mL

   Bepalings­frequentie

   Wekelijks
   Laatste uitslagen: 22 dagen geleden

   Doorlooptijd

   7 werkdagen

2. Elastase in fecesportie

   Centraal Diagnostisch Lab

   Elastase in fecesportie

   Afnamevolume

   20.0 mL

   Bepalings­frequentie

   
   Laatste uitslagen: 8 dagen geleden

3. Epinefrine aggr. 5 µM MA in bloed

   Trombocytenaggregatie, light transmission aggregometry, LTA

   Centraal Diagnostisch Lab

   Epinefrine aggr. 5 µM MA in bloed

   Afnamevolume

   WKZ: Trombocytenaggregatie: minimaal 20 mL (4 maal een Sarstedt 5mL citraatbuis).

   Afnamecondities

   Direct naar Centrale Balie. Niet per buispost!
   Bepaling mogelijk op werkdagen tussen 08:30 en 13:00u (voor 13:00u bloed inleveren bij het laboratorium).
   Niet vacuüm afnemen (gebruik Sarstedt citraat-buis).
   Niet per buizenpost verzenden.
   Aangeraden wordt aan de volgende voorwaarden te voldoen voorafgaand aan de bloedafname: -De bloedafname dient gedaan te worden na een korte rustperiode. -Patiënten dienen gedurende een periode van tenminste 30 minuten voorafgaand aan de bloedafname niet gerookt te hebben. -Patiënten dienen gedurende een periode van tenminste 2 uur voorafgaand aan de bloedafname geen caffeïne (koffie) genuttigd te hebben. -Patiënten dienen in een periode van 3 dagen voorafgaand aan de bloedafname geen geneesmiddelen te gebruiken die de trombocytenfunctie reversibel remmen (bijvoorbeeld NSAID’s: ibuprofen, naproxen, diclofenac, etcetera). -Patiënten dienen in een periode van 10 dagen voorafgaand aan de bloedafname geen geneesmiddelen te gebruiken die de trombocytenfunctie irreversibel remmen (bijvoorbeeld acetylsalicylzuur (Ascal), clopidogrel, prasugrel, ticagrelor). -Het wordt patiënten afgeraden om voorafgaand aan de bloedafname een zware (vette) maaltijd te nuttigen in verband met verstoring van de analyse. Voor patientfolder (online informatie) zie hier. Voor PDF versie van de informatiefolder zie hier.

   Bepalings­frequentie

   Uitsluitend op werkdagen tussen 08:00 en 13:00u
   Laatste uitslagen: 3 dagen geleden

4. Epitheelcylinders in urineportie

   Centraal Diagnostisch Lab

   Epitheelcylinders in urineportie

   Afnamevolume

   9.0 mL

   Bepalings­frequentie

   dagelijks
   Laatste uitslagen: 15 dagen geleden

   Doorlooptijd

   1 werkdag

5. Erytrocyten in bloed

   Rode bloedcellen, RBC

   Centraal Diagnostisch Lab

   Erytrocyten in bloed

   Materiaal

   
   EDTA, 2 mL (roze)

   Afnamevolume

   0.19 mL
   WKZ: 250 µL

   Afnamecondities

   LET OP: Neem voor bepalingen die deel uitmaken van 'bloedbeeld' (onder andere: hemoglobine (Hb), leukocyten, trombocyten) een standaard EDTA buis af (buitenmaat 13x75mm, vul-volume: 2 mL, 'E2 buis', paarse dop); of eventueel bij jonge kinderen een 'EDTA cupje'.
   Afwijkende buistypen (groter volume: 6 mL of 10 mL) verstoren de logistiek en zorgen voor vertraging van uitslagen.

   Bepalings­frequentie

   Continu

6. Ethyleenglycol

   Apotheek

   Ethyleenglycol

   Materiaal

   EDTA-buis/2 ml, roze dop (E2)

   Afnamevolume

   Gewenst: 1,0 ml bloed
   Minimaal: 0,5 ml bloed

   Afnamecondities

   Waar mogelijk, vermeld afnametijd na ingestie

   Bepalings­frequentie

   Na telefonisch overleg met dienstdoende laboratoriumapotheker (088-75 744 88)

7. Factor VIII activiteit (OneStage) in bloed

   Stolfactor VIII, stolfactor acht, antihemofilie factor A

   Centraal Diagnostisch Lab

   Factor VIII activiteit (OneStage) in bloed

   Afnamevolume

   WKZ: 250 µL, echter minimale afname altijd een volledig correct gevulde citraatbuis (bij uitzondering een 1 mL citraatcupje, na vooraf toestemming voor capillaire afname)

   Afnamecondities

   Altijd een volle citraat buis afnemen (vullen tot de vulstreep).
   De afnamebuis (citraat, blauwe dop) moet goed gevuld zijn (maximaal +/-10% afwijking van het beoogde vulvolume van de afnamebuis).
   Bloed voor stollingsbepalingen moet worden afgenomen d.m.v. een venapunctie (bij uitzondering m.b.v. een lijn/- katheter afname, waarbij vooraf een dummybuis moet worden afgenomen ivm eventuele contaminatie).
   Capillaire afname heeft het risico op stollingsactivatie en vochtbijmenging en daarmee op foutieve uitslagen.
   In het geval dat een venapunctie of een lijnafname echt niet mogelijk is, kan alleen na overleg met de dienstdoende klinisch chemicus (tel. 73510), een capillaire afname worden afgesproken. Voorkom onbedoelde bijmenging met infuusvloeistof of heparine. Zie hier voor preanalytische eisen.

   Bepalings­frequentie

   Wekelijks. CITO uitsluitend op indicatie en na vooraf overleg met laboratorium.

8. Factor X activiteit in bloed

   Stolfactor X, stolfactor tien, Stuart-Prower factor

   Centraal Diagnostisch Lab

   Factor X activiteit in bloed

   Afnamevolume

   WKZ: 250 µL, echter minimale afname altijd een volledig correct gevulde citraatbuis (bij uitzondering een 1 mL citraatcupje, na vooraf toestemming voor capillaire afname)

   Afnamecondities

   Altijd een volle citraat buis afnemen (vullen tot de vulstreep).
   De afnamebuis (citraat, blauwe dop) moet goed gevuld zijn (maximaal +/-10% afwijking van het beoogde vulvolume van de afnamebuis).
   Bloed voor stollingsbepalingen moet worden afgenomen d.m.v. een venapunctie (bij uitzondering m.b.v. een lijn/- katheter afname, waarbij vooraf een dummybuis moet worden afgenomen ivm eventuele contaminatie).
   Capillaire afname heeft het risico op stollingsactivatie en vochtbijmenging en daarmee op foutieve uitslagen.
   In het geval dat een venapunctie of een lijnafname echt niet mogelijk is, kan alleen na overleg met de dienstdoende klinisch chemicus (tel. 73510), een capillaire afname worden afgesproken. Voorkom onbedoelde bijmenging met infuusvloeistof of heparine. Zie hier voor preanalytische eisen.

   Bepalings­frequentie

   Wekelijks. CITO uitsluitend op indicatie en na vooraf overleg met laboratorium.

9. Ficus (benjamina) k81 in bloed (IgE tegen)

   Centraal Diagnostisch Lab

   Ficus (benjamina) k81 in bloed (IgE tegen)

   Materiaal

   
   Stolbloed, gel, 5 mL (geel)

   Afnamevolume

   0.9 mL
   WKZ: 0.25 mL

   Bepalings­frequentie

   Wekelijks

   Doorlooptijd

   7 werkdagen

10. Neurotransmitters + 5-methyltetrahydrofolaat

    Biogene aminen, 5-MTHF

    Genetica Metabole Diagnostiek

    Neurotransmitters + 5-methyltetrahydrofolaat

    Materiaal

    Liquor

    Afnamevolume

    Minimaal 300 µl liquor

    Afnamecondities

    Indien de liquor gefractioneerd is afgenomen, dan liquorfractie 1 insturen.

    Bepalings­frequentie

    1x per maand

    Doorlooptijd

    4-5 weken

11. Alport syndroom, brede differentiaal diagnose

    Alport syndroom, brede differentiaal diagnose, NEF23

    Genetica Genoomdiagnostiek

    Alport syndroom, brede differentiaal diagnose

    Materiaal

    Bloed (EDTA buis; paarse dop, zonder gel)

    Doorlooptijd

    17 weken, bij SPOED 5 weken

12. Jong nierfalen, CKD-Y (inclusief PKD1 en PKD2). NB: MUC1 VNTR Cytosine insertie doorgaans niet aantoonbaar.

    Jong nierfalen, CKD-Y (inclusief PKD1 en PKD2). NB: MUC1 VNTR Cytosine insertie doorgaans niet aantoonbaar., NEF24

    Genetica Genoomdiagnostiek

    Jong nierfalen, CKD-Y (inclusief PKD1 en PKD2). NB: MUC1 VNTR Cytosine insertie doorgaans niet aantoonbaar.

    Materiaal

    Bloed (EDTA buis; paarse dop, zonder gel)

    Doorlooptijd

    17 weken, bij SPOED 5 weken

13. NT-proBNP in bloed

    Centraal Diagnostisch Lab

    NT-proBNP in bloed

    Materiaal

    
    Li-heparine, Barricor, 3 mL (limegroen)

    Afnamevolume

    0.42 mL

    Bepalings­frequentie

    Continu

    Doorlooptijd

    1 uur

14. Obductie

    Lijkschouwing, sectie

    Pathologie

15. Papierwesp i4 in bloed (IgE tegen)

    Centraal Diagnostisch Lab

    Papierwesp i4 in bloed (IgE tegen)

    Materiaal

    
    Stolbloed, gel, 5 mL (geel)

    Afnamevolume

    0.9 mL
    WKZ: 0.25 mL

    Bepalings­frequentie

    Wekelijks

    Doorlooptijd

    7 werkdagen

16. Paracetamol

    Apotheek

    Paracetamol

    Materiaal

    Li-heparine Barricore/3 ml, limegroene dop (LB3)

    Afnamevolume

    Minimaal 1,0 ml bloed

    Afnamecondities

    Monsterafname minimaal 4 uur na inname paracetamol.

    Bepalings­frequentie

    Bepaling wordt 24/7 uitgevoerd.
    Resultaat zal in de meeste gevallen binnen 2 uur na afname bekend zijn.

17. Pathogene micro-organismen (PMO)

    PMO, Bacteriekweek, kweek

    Medische Microbiologie

18. PBG in urineportie

    Centraal Diagnostisch Lab

    PBG in urineportie

    Afnamevolume

    10.0 mL

    Afnamecondities

    Direct na afname in aluminiumfolie verpakken
    

19. PDE3A gen als oorzaak voor hypertensie en brachydactylie syndroom (Bilginturan syndroom)

    PDE3A gen als oorzaak voor hypertensie en brachydactylie syndroom (Bilginturan syndroom), PDE3A

    Genetica Genoomdiagnostiek

    PDE3A gen als oorzaak voor hypertensie en brachydactylie syndroom (Bilginturan syndroom)

    Materiaal

    Bloed (EDTA buis; paarse dop, zonder gel)

    Doorlooptijd

    10 weken, bij SPOED 4 weken

20. Plasminogeen activiteit in bloed

    Centraal Diagnostisch Lab

    Plasminogeen activiteit in bloed

    Afnamevolume

    WKZ: 250 µL, echter minimale afname altijd een volledig correct gevulde citraatbuis (bij uitzondering een 1 mL citraatcupje, na vooraf toestemming voor capillaire afname)

    Afnamecondities

    Altijd een volle citraat buis afnemen (vullen tot de vulstreep).
    De afnamebuis (citraat, blauwe dop) moet goed gevuld zijn (maximaal +/-10% afwijking van het beoogde vulvolume van de afnamebuis).
    Bloed voor stollingsbepalingen moet worden afgenomen d.m.v. een venapunctie (bij uitzondering m.b.v. een lijn/- katheter afname, waarbij vooraf een dummybuis moet worden afgenomen ivm eventuele contaminatie).
    Capillaire afname heeft het risico op stollingsactivatie en vochtbijmenging en daarmee op foutieve uitslagen.
    In het geval dat een venapunctie of een lijnafname echt niet mogelijk is, kan alleen na overleg met de dienstdoende klinisch chemicus (tel. 73510), een capillaire afname worden afgesproken. Voorkom onbedoelde bijmenging met infuusvloeistof of heparine. Zie hier voor preanalytische eisen.

    Bepalings­frequentie

    Maandelijks