“Toen ik deze nierziekte kreeg, was ik niet bezig met de vraag of ik kinderen wilde. Dat kwam pas later.” Met het nefrotisch syndroom lekken er eiwitten uit de nieren weg. Met goede medicatie en een dieet is de aandoening meestal onder controle te houden. Maar het kan voorkomen dat de nierfunctie verder verslechtert en dat uiteindelijk dialyse of een niertransplantatie nodig is. Sylvia was blij dat haar aandoening onder controle was, dat haar kwaliteit van leven – ondanks haar aandoening – goed was. Maar na een aantal jaar kregen zij en haar man Bart een kinderwens. “Eerst stopte ik die weg. Ik dacht: wees blij dat je gezond bent en vraag nu niet te veel. Maar na verloop van tijd dacht ik: waarom eigenlijk niet.”

Zo’n stel als Bart en Sylvia ziet gynaecoloog Titia Lely regelmatig op de polikliniek zwangerschap voor nierpatiënten. “De tijd dat je bij nieraandoeningen beter niet zwanger kon raken, ligt gelukkig achter ons. Maar het is wel een factor om rekening mee te houden. Aan de ene kant is er een risico voor de moeder. Een zwangerschap doet een groot beroep op je nieren, je belast ze extra. Aan de andere kant kan de nieraandoening zelf ervoor zorgen dat de placenta minder goed groeit. Daardoor blijft de baby kleiner en kan ook te vroeg geboren worden.”

Om die risico’s zoveel mogelijk te beperken en met name optimale zorg door nefroloog en gynaecoloog samen te leveren, is deze polikliniek gestart. “We passen de medicatie aan, kijken goed naar de bloeddruk, controleren vaker op eiwit in de urine en volgen de groei van de baby meer dan anders.” 

Over tien weken verwacht Sylvia haar baby. Natuurlijk maakt ze zich zorgen. Want het is niet niks. Maar het stelt haar gerust dat op deze poli alle kennis en kunde aanwezig is.