Dekkerbeurs voor onderzoek naar rechterhartfalen
Onderzoekers Joëlle Elias van het UMC Utrecht en Jessie van Wezenbeek van het Amsterdam UMC hebben een Dekkerbeurs van de Hartstichting ontvangen. Dit is een persoonlijke onderzoeksbeurs voor getalenteerde wetenschappers die jaarlijks wordt toegekend. Met deze beurs van 672.000 euro gaan zij de komende drie jaar onderzoeken hoe rechterhartfalen precies ontstaat en welke rol ontsteking daarbij speelt.
Tot vier op de tien mensen die een steunhart krijgen, ontwikkelen rechterhartfalen. Joëlle Elias, hartfalencardioloog, en Jessie van Wezenbeek, biomedisch onderzoeker, willen dit voorkomen. Zij ontwikkelen een nauwkeurig risicomodel en testen slimme ontstekingsremmende behandelingen, zodat artsen sneller kunnen ingrijpen bij de meest kwetsbare patiënten.
Steunhart
In Nederland hebben 246.000 mensen hartfalen. Hun hart pompt het bloed niet goed genoeg rond. Een klein deel van deze mensen heeft zo ernstig hartfalen dat een harttransplantatie of een steunhart nog de enige opties zijn. Een steunhart is een mechanische pomp die tijdens een operatie wordt geplaatst en de linkerhartkamer helpt om genoeg bloed door het lichaam te pompen.
Grotere kans op overlijden
Hoewel mensen langer kunnen leven met een steunhart, ontstaat er bij drie tot vier op de tien patiënten een groot probleem. De rechterhartkamer krijgt plotseling veel meer bloed te verwerken, raakt overbelast en kan gaan falen. Dit leidt tot vochtophoping, problemen met lever en nieren, langere IC-opnames en een grotere kans op overlijden.
Artsen vinden het nog lastig om vroeg te herkennen wie risico loopt. Belangrijke aanwijzingen, zoals ontstekingsstoffen in het bloed en subtiele veranderingen in de hartfunctie, worden nu niet standaard gemeten. Opvallend is dat vrouwen minder vaak een steunhart krijgen, maar wél vaker rechterhartfalen ontwikkelen. Hoe dat komt, is nog onbekend.
Betere voorspelling
Onderzoekers Elias en Van Wezenbeek gaan onderzoeken hoe rechterhartfalen precies ontstaat en welke rol ontsteking daarbij speelt. Ze combineren bloedonderzoek met metingen van de rechterkamer vóór, tijdens en na de operatie. Zo willen ze een risicomodel ontwikkelen dat beter voorspelt welke patiënten kwetsbaar zijn, voor mannen en vrouwen afzonderlijk.
Daarnaast testen ze twee nieuwe behandelingen die direct toepasbaar zijn in de kliniek. Tijdens de operatie wordt een filter gebruikt dat ontstekingsstoffen uit het bloed verwijdert. Na de operatie kan zenuwstimulatie via het oor de natuurlijke ontstekingsremming activeren.
Ernstige complicatie verminderen
Met dit onderzoek kunnen artsen eerder zien wie risico loopt en sneller ingrijpen met extra zorg of aanpassing van de behandeling. Als de nieuwe therapieën werken, kunnen ze direct worden ingezet om deze ernstige complicatie te verminderen. De inzichten zijn bovendien waardevol voor andere aandoeningen waarbij de rechterkamer onder druk staat, zoals bij hartfalen door een stijve hartspier of pulmonale hypertensie. Hiermee zetten de onderzoekers een belangrijke stap richting veiligere zorg voor mensen met ernstig hartfalen.