Sarah & Marie

Helder informeren over preventie tegen RS-virus

Betrouwbare wetenschappelijke informatie over de impact van het respiratoir syncytieel virus (RSV) is essentieel voor het ontwikkelen van een nationale strategie om alle kinderen in hun eerste levensjaar te beschermen. Wetenschappelijk onderzoek was hard nodig: hoe vaak komen RSV-infecties voor bij jonge kinderen en hoe ernstig zijn deze infecties? Welke impact had de recente coronapandemie op de verspreiding van RSV? Onderzoeker Marie-Noëlle Billard wilde deze vragen beantwoorden, terwijl arts-onderzoeker Sarah Hak de last van RSV-infecties buiten het ziekenhuis in kaart bracht. Beiden promoveerden op 11 juni in Utrecht. 

Read the English version >

RSV is een veelvoorkomend, besmettelijk virus dat luchtweginfecties veroorzaakt. Bijna alle kinderen krijgen voor hun tweede levensjaar minstens één keer een RSV-infectie. Hoewel de meeste infecties mild zijn, kan RSV ernstige ziekte veroorzaken, vooral bij jonge kinderen, ouderen en risicogroepen. Bij zuigelingen veroorzaakt het luchtwegklachten, zoals hoesten en kortademigheid. Sarah: ‘Ons grootschalige Europese onderzoek toont aan dat RSV verantwoordelijk is voor ongeveer een op de drie luchtweginfecties bij jonge kinderen die in de winter naar de huisarts gaan. Deze infecties hebben een aanzienlijke impact op kinderen en hun ouders en leiden tot hoge zorgkosten.’ Elk jaar worden in Nederland 150 tot 200 baby's met RSV opgenomen op de intensive care. De meerderheid van de baby's die in het ziekenhuis worden opgenomen, is jonger dan drie maanden. 

Nieuwe preventieve maatregelen bieden hoop om alle baby's tegen RSV te beschermen. Sinds 2023 zijn twee nieuwe immunisatiestrategieën goedgekeurd door het Europees Geneesmiddelenbureau om baby's tegen RSV te beschermen: een vaccinatie voor zwangere vrouwen en een enkele injectie met RSV-antilichamen voor de baby. Deze twee methoden kunnen baby's in hun eerste levensjaar tegen RSV beschermen. 

Om het besluit over het vaccinatiebeleid in Nederland te ondersteunen, hebben Marie-Noëlle en het team drie scenario's ontwikkeld. Deze scenario's helpen ons te begrijpen welke immunisatiestrategie het meest effectief zou zijn. Marie-Noëlle: "Van de drie vaccinatiestrategieën voorkwam het toedienen van monoklonale antilichamen in de winter het grootste aantal gevallen. Hierbij krijgen baby's de antistoffen via een injectie vlak voor de winter toegediend, of direct na de geboorte als ze in de winter worden geboren. De bescherming treedt onmiddellijk in werking en houdt aan zolang de antistoffen in het lichaam aanwezig zijn." Deze onderzoeksresultaten hebben bijgedragen aan de aanbeveling in 2024 om RSV-vaccinatie op te nemen in het Rijksvaccinatieprogramma. 

Sarah onderzocht de impact van RSV in de eerstelijnszorg, hoe huisartsen tegen RSV aankijken en welke rol zij zouden kunnen spelen in toekomstige vaccinatiestrategieën. Sarah: “Huisartsen staan over het algemeen positief tegenover het vaccineren van jonge kinderen. Maar meer bewustwording en betrouwbare informatie, zowel voor zorgprofessionals als voor het grote publiek, zijn cruciaal.” Uiteindelijk hangt het ervan af of ouders zichzelf en hun kinderen willen laten vaccineren, of RSV-vaccinatie daadwerkelijk een verschil zal maken. Sarah stelt dat de toenemende terughoudendheid ten aanzien van vaccinaties en de verspreiding van verkeerde informatie online om nieuwe vormen van communicatie vragen. In het discussiegedeelte van haar proefschrift onderzoekt ze het gebruik van AI-chatbots – zoals de RSV-chatbot die door dit team is ontwikkeld – om mensen op een toegankelijke manier van betrouwbare informatie te voorzien. Sarah: “Als dergelijke digitale hulpmiddelen op ethische wijze worden gebruikt en wetenschappelijk worden geëvalueerd, kunnen ze in de toekomst een belangrijke rol spelen bij de communicatie over vaccinaties.” 

Het onderzoek van Marie-Noëlle toont aan dat onverwachte gebeurtenissen zoals de coronapandemie de verspreiding van RSV kunnen beïnvloeden. Tijdens de coronapandemie verdween RSV tijdelijk in 2020, maar maakte het in de zomer van 2021 een onverwachte comeback. Deze verstoring van het seizoenspatroon van RSV werd veroorzaakt door volksgezondheidsmaatregelen zoals social distancing, met name door de sluiting van scholen. Sindsdien is RSV geleidelijk teruggekeerd naar zijn oude patroon. Vaccinatieprogramma's moeten daarom robuust zijn en zich kunnen aanpassen aan veranderingen in de lokale context om op lange termijn effectief te blijven. 

Werken bij het UMC Utrecht

Contact

Afspraken

Praktisch

umcutrecht.nl maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies Deze website toont video’s van o.a. YouTube. Dergelijke partijen plaatsen cookies (third party cookies). Als u deze cookies niet wilt kunt u dat hier aangeven. Wij plaatsen zelf ook cookies om onze site te verbeteren.

Lees meer over het cookiebeleid

Akkoord Nee, liever niet