Terug

Kwetsbare ouderen met boezemfibrilleren niet gebaat bij nieuwere bloedverdunners

Kwetsbare ouderen met boezemfibrilleren niet gebaat bij nieuwere bloedverdunners

Een zorgverlener houdt de hand vast van een ouder persoon.

Het overstappen van traditionele bloedverdunners naar nieuwere varianten leidt bij kwetsbare ouderen met boezemfibrilleren tot meer bloedingen in vergelijking met het voortzetten van de huidige behandeling. Dit blijkt uit onderzoek van het UMC Utrecht naar de veiligheid van het overzetten van bloedverdunners bij kwetsbare ouderen met boezemfibrilleren. De resultaten van het onderzoek zijn 27 augustus gepresenteerd op een groot internationaal cardiologie congres in Amsterdam en gelijktijdig gepubliceerd in het tijdschrift Circulation.
 
Ongeveer 1 op de 10 mensen van 75 jaar en ouder heeft in Nederland boezemfibrilleren. Mensen met boezemfibrilleren hebben een verhoogd risico op een trombose en om dit risico te verlagen, schrijven artsen bloedverdunners voor. Het doel van onderzoek FRAIL-AF was uitzoeken of het overzetten van traditionele bloedverdunners naar nieuwere bloedverdunners leidt tot minder bloedingen bij kwetsbare ouderen met boezemfibrilleren. Uit het gerandomiseerd onderzoek concluderen de onderzoekers nu dat het overstappen van bloedverdunners (van VKA naar NOAC) bij kwetsbare ouderen met boezemfibrilleren juist leidt tot meer bloedingen. Het risico op bloedingen is 69% hoger als patiënten overstappen op de nieuwere bloedverdunners vergeleken met wanneer ze traditionele bloedverdunners blijven gebruiken.

Doorgaan traditionele bloedverdunners 

Geert-Jan Geersing, huisarts en onderzoeker in het UMC Utrecht: “Uit dit onderzoek blijkt dat kwetsbare ouderen met boezemfibrilleren beter kunnen doorgaan met de traditionele bloedverdunners dan overstappen op nieuwere bloedverdunners.” De nieuwere bloedverdunners worden vaker verkozen boven de traditionele bloedverdunners, vanwege het lagere risico op ernstige bloedingen en daardoor geen of minder controles meer bij de trombosedienst. Bij niet-kwetsbare ouderen is dat ook een terechte keuze, maar gerandomiseerd onderzoek bij kwetsbare ouderen was nog niet eerder gedaan. Geersing: “De resultaten van ons onderzoek laten dus een ander resultaat zien voor kwetsbare ouderen dan wat bekend was uit eerder onderzoek; een onverwachte bevinding, ook voor onszelf.” Linda Joosten, arts-onderzoeker en huisarts in opleiding in het UMC Utrecht: “Het gaat dan om mensen die bijvoorbeeld minder mobiel zijn, meerdere ziekten hebben, veel medicijnen gebruiken, slechter zien of slechter horen, somber zijn of eenzaamheid ervaren.”

Meer onderzoek kwetsbare ouderen 

Wetenschappelijk onderzoek naar geneesmiddelen bij kwetsbare ouderen is zeer gewenst, omdat we niet automatisch kunnen aannemen dat geneesmiddelen bij kwetsbare ouderen net zo werken als bij niet-kwetsbare ouderen. Geersing: “In de richtlijnen doen we dit nog te vaak met de opmerking: ‘er is ook geen bewijs dat ze anders werken’. Dit is een klassieke cirkelredenering: kwetsbare ouderen doen heel vaak niet mee aan onderzoek, omdat ze niet mogen meedoen door strikte inclusiecriteria of omdat een arts ze wil beschermen tegen de belasting van onderzoek. Hierdoor hebben we geen bewijs, en omdat we geen bewijs hebben doen we alsof dat bewijs niet nodig is. Ons onderzoek laat zien dat dit type onderzoek, hoe lastig het ook is, echt noodzakelijk is, zeker met de vergrijzing die op ons ons afkomt.”

Het FRAIL-AF onderzoek 

Onderzoekers van het UMC Utrecht hebben samen met artsen en onderzoekers van verschillende trombosediensten verspreid over heel Nederland het onderzoek FRAIL-AF opgezet. Het onderzoek is in 2018 gestart en heeft per patiënt een follow-up duur van één jaar. In het onderzoek is gebruik gemaakt van de Groningen Frailty Indicator. Tussen januari 2018 en april 2022 werden in totaal 1.330 patiënten gerandomiseerd. De gemiddelde leeftijd was 83 jaar en 38,8% was vrouw. Het onderzoek is gefinancierd via het Goed Gebruik Geneesmiddelen programma van ZonMw, projectnummer 848015004.

Bloedverdunners: VKA’s en NOAC’s

In Nederland hebben 373.700 mensen boezemfibrilleren en ruim de helft van de mensen met boezemfibrilleren is 75 jaar of ouder. Bij boezemfibrilleren is de hartslag onregelmatig en meestal te hoog. Mensen met boezemfibrilleren hebben een verhoogd risico op een trombose, een bloedstolsel in een bloedvat. Om het risico op een trombose te verlagen, schrijven artsen bloedverdunners voor. Er zijn twee verschillende bloedverdunners: de traditionele vitamine K-antagonisten (VKA’s) of de niet-vitamine K-antagonist orale anticoagulantia (NOAC’s). Beide middelen zijn zeer effectief als het gaat om het voorkomen van een beroerte.

Werken bij het UMC Utrecht

Contact

Afspraken

Praktisch

umcutrecht.nl maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies Deze website toont video’s van o.a. YouTube. Dergelijke partijen plaatsen cookies (third party cookies). Als u deze cookies niet wilt kunt u dat hier aangeven. Wij plaatsen zelf ook cookies om onze site te verbeteren.

Lees meer over het cookiebeleid

Akkoord Nee, liever niet