Terug

12 okt: Behandeling met antibiotica van urineweginfecties bij vrouwen

12 okt: Behandeling met antibiotica van urineweginfecties bij vrouwen

Profylaxe tegen terugkerende urineweginfecties in de huisartspraktijk bij vrouwen met het antibioticum nitrofurantoïne 50 mg/dag is even effectief als 100 mg/dag, maar veroorzaakt minder bijwerkingen. Bovendien is het orale antibioticum fosfomycine even werkzaam als ciprofloxacine als gerichte behandeling bij vrouwen die in het ziekenhuis zijn opgenomen vanwege een urineweginfectie met koorts. Dat waren de belangrijkste bevindingen uit onderzoek van Thijs ten Doesschate, die op 7 oktober 2021 promoveerde aan de Universiteit Utrecht.

Een urineweginfectie is een bacteriële infectie die voor de ene patiënt slechts vervelend is, maar bij een andere de gezondheid ernstig kunnen schaden. Urineweginfectie komen vaak voor en leiden daarom tot aanzienlijke maatschappelijke en economische kosten. Thijs ten Doesschate (afdeling Epidemiologie van Infectieziekten van het UMC Utrecht) onderzocht in zijn promotieonderzoek verschillende aspecten van antibioticabehandeling van urineweginfecties in de huisartsenpraktijk en in ziekenhuizen.

Antibioticadosis

Het eerste deel van zijn proefschrift ging over antibioticabehandeling en profylaxe van blaasontsteking bij vrouwen uit 84 Nederlandse huisartsenpraktijken. Omdat blaasontsteking vaak voorkomt is het een relevant en aantrekkelijk onderwerp voor epidemiologisch onderzoek. Een van de onderzoeksvragen was dat de effectiviteit en veiligheid van nitrofurantoïne dosisafhankelijk is. De huidige behandelrichtlijn maakt echter geen onderscheid tussen dagelijkse antibioticaprofylaxe met 50 mg en 100 mg nitrofurantoïne bij terugkerende urineweginfecties. Ten Doesschate vond in zijn studie onder 1.893 vrouwen dat nitrofurantoïne 50 mg/dag even goed werkte als 100 mg/dag als profylaxe tegen urineweginfecties, maar gepaard ging met minder bijwerkingen.

Antibioticaresistentie

Antibioticaresistentie bemoeilijkt de behandeling van urineweginfecties in het ziekenhuis. Daarom onderzocht ten Doesschate nieuwe behandelmogelijkheden met fosfomycine, een relatief oud antibioticum (ontwikkeld in 1969) dat vooral wordt gebruikt voor de behandeling van blaasontstekingen door de huisarts en waarvan bekend is dat antibioticaresistentie weinig voorkomt. De belangrijkste bevinding in een gerandomiseerde gecontroleerde studie onder 97 vrouwen was dat fosfomycine even goed werkt als ciprofloxacine voor de orale gerichte behandeling bij vrouwen die in het ziekenhuis waren opgenomen met een opstijgende urineweginfecties die was veroorzaakt door de bacterie Escherichia coli. In aanvullende onderzoeken ontdekte hij verder dat fosfomycine matig werkt bij de behandeling van urineweginfecties bij niertransplantatiepatiënten, dat gevoeligheidstesten tegen fosfomycine in de routinematige zorg niet altijd betrouwbaar zijn, dat het verwerven van resistentie van E. coli tegen fosfomycine een potentiële bedreiging vormt, en dat multiresistente darmbacteriën zelfs tot 5 jaar kunnen worden aangetoond met behulp van een rectaal uitstrijkje.

Thijs ten Doesschate concludeert: “De belangrijkste bevinding in mijn proefschrift is dat het orale antibioticum fosfomycine even goed werkt als ciprofloxacine bij de behandeling van vrouwen die in het ziekenhuis worden opgenomen met een urineweginfectie die gepaard gaat met koorts en die veroorzaakt is door de bacterie E. coli. Fosfomycine zou een aantrekkelijke alternatieve orale behandelingsoptie kunnen zijn vanwege het lage risico op ontwikkeling van resistentie van E. coli tegen fosfomycine.”

Urineweginfecties

Urineweginfecties zijn veel voorkomende infecties die optreden wanneer bacteriën, vaak uit de darm, de urinebuis binnendringen en de urinewegen infecteren. Het meest voorkomende type urineweginfectie is een blaasontsteking. Deze komen vaker voor bij vrouwen omdat hun urinebuis korter is en dichter bij de anus zit, waardoor bacteriën gemakkelijker in de urinewegen kunnen komen. Andere factoren die het risico op urineweginfectie verhogen zijn: een voorgeschiedenis van urineweginfectie, seksuele activiteit en veranderingen in de vaginale flora. Veel voorkomende symptomen zijn pijn of branderig gevoel tijdens het plassen, het vaak moeten plassen en bloed in de urine. Ongeveer de helft van de vrouwen en 10 procent van de mannen zal tijdens hun leven een urineweginfectie krijgen.

Videopitch door Thijs ten Doesschate

video qr code

In deze folder bevindt zich extra informatie door middel van een video. Scan de bovenste QR-code met uw telefoon om deze video te bekijken. Of bekijk de video via:

doctoraatsverdediging

Thijs ten Doesschate, MD (1986, Nijmegen) verdedigde zijn proefschrift op 7 oktober 2021 aan de Universiteit Utrecht. De titel van zijn proefschrift is “Old means for new ends – Optimizing the treatment of urinary tract infections”. Promotor was prof. dr. Marc Bonten en copromotor was dr. Henri van Werkhoven (beiden Afdeling Epidemiologie van Infectieziekten, UMC Utrecht). Thijs is momenteel in opleiding tot specialist infectieziekten onder begeleiding van dr. Jan Jelrik Oosterheert in het UMC Utrecht.

Werken bij het UMC Utrecht

Contact

Afspraken

Praktisch

umcutrecht.nl maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies Deze website toont video’s van o.a. YouTube. Dergelijke partijen plaatsen cookies (third party cookies). Als u deze cookies niet wilt kunt u dat hier aangeven. Wij plaatsen zelf ook cookies om onze site te verbeteren.

Lees meer over het cookiebeleid

Akkoord Nee, liever niet