Psychologische aspecten peuter- en kleuterperiode
Baby- en peuterfase
Baby’s weten niet dat zij een ander gezicht hebben dan andere baby’s, voor hen is dit de natuurlijke situatie. Pas als het ‘zelf’ is ontwikkeld kan het besef ontstaan dat ze een ander uiterlijk hebben. Pas rond het tweede levensjaar gaat het kind het woordje ‘ik’ zeggen en dan ontstaat het verschil in besef tussen ‘ik’ en de buitenwereld. Ook dan is er nog niet veel besef over er anders uitzien. Bij hele jonge kinderen is het dus nog niet nodig om ze sterk te maken voor confrontaties met de buitenwereld; wel is het belangrijk dat het kind ervaart dat het u en andere volwassenen kan vertrouwen. Daar krijgt het zelfvertrouwen van. Positief omgaan met uw kind en het aanmoedigen is hierbij van groot belang.
Als uw kind in deze periode zo veel zelfvertrouwen opgebouwd heeft, kan het eventueel latere problemen makkelijker hanteren. Tot een jaar of vier zien kinderen wel dat er bij een ander iets ‘anders’ is. Ze nemen met een hele simpele uitleg genoegen. Ze zien bij een kind met een schisis dat er iets bij de mond en neus anders is en vragen wat hij daar heeft. Antwoord je dat hij aan zijn lip is geopereerd, dan is dat prima.
Kleuterperiode
De kleuterschoolfase is de leeftijd waarop kinderen verschillen gaan ontdekken. Ze hechten er geen waardeoordeel aan. Je hebt kinderen in de klas met een oogplakker om het luie oog te laten oefenen en jongens en meisjes blijken opeens verschillend te zijn. Meestal wordt op deze leeftijd nog weinig aandacht geschonken aan een opvallende spraak of een opvallend uiterlijk.
In ‘kringgesprekken’ wordt aan veel onderwerpen aandacht besteed.
De juf of u als ouders kunnen samen met uw kind in een kringgesprek uitleggen wat er aan de hand is.
Kennis leidt tot inzicht en inzicht leidt tot acceptatie. Het is van belang dat de leerkrachten op school goed geïnformeerd zijn over de afwijking bij uw kind en de bijbehorende consequenties. Zij kunnen dan letten op eventueel gehoorverlies en op de invloed van een minder goed verstaanbare spraak op de relatie met andere kinderen. Het is belangrijk dat u voor voldoende informatie voor de leerkracht zorgt, zeker als uw kind een geïsoleerde gehemeltespleet heeft. Er is dan voor de leerkracht en voor de andere kinderen aan de buitenkant immers niets bijzonder te zien.