Samenwerking voor betere zorg bij overdosis
Artsen op de spoedeisende hulp in Utrecht maken zich zorgen over het aantal mensen dat met vergiftigingsverschijnselen op de spoedeisende hulp in Utrecht komt. Er zijn steeds meer mensen die acuut zorg nodig hebben, vanwege recreatief gebruik van drugs, opzettelijke inname van een overdosis medicatie, alcohol of een combinatie van dit alles. Als UMC Utrecht en het Diakonessenhuis in Utrecht willen we samen de zorg voor deze mensen verbeteren door data en kennis te combineren met de dagelijkse ervaringen vanaf de werkvloer.
Loes Walraven, SEH-arts Diakonessenhuis: “Op de Spoedeisende Hulp zien we met regelmaat patiënten die bewusteloos binnenkomen door recreatief gebruik van medicijnen of drugs. Het gebruik heeft dus een grote impact op de patiënt, maar daarnaast is het een groot maatschappelijk probleem.”
In Nederland wordt al veel data verzameld bij het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC), onderdeel van het UMC Utrecht. Maar Loes Schepers, internist en medisch achterwacht voor het NVIC ziet een kennishiaat. “Het NVIC heeft veel data, en de spoedeisende hulp de praktijkervaring. Met behulp van die combinatie kunnen we gericht wetenschappelijk onderzoek doen naar specifieke vergiftigingen en zo de zorg verbeteren.” Het Diakonessenhuis en het UMC Utrecht hebben daarom een samenwerkingsovereenkomst gesloten.
De zorg voor mensen met een vergiftiging kan heel complex zijn, zegt Walraven. Zo ziet de SEH-arts in het Diakonessenhuis een groeiend aantal mensen dat onder invloed is van Karkoubi, een straatnaam die gebruikt wordt voor allerlei middelen, meestal tegen epilepsie. “Het kan zijn dat niet precies duidelijk is wat erin zit of dat het een mix betreft. Bovendien wordt het vaak gecombineerd met alcohol en hasj. Daardoor is het effect dus ook elke keer anders en onvoorspelbaar. Zo zien we vaak agressief gedrag bij het ontwaken. Omdat de patiënten vaak dakloos en/of ongedocumenteerd zijn ontbreekt goede nazorg of een plek om de verslaving te behandelen.”
Door samenwerking tussen de twee ziekenhuizen verbetert de triage en kwaliteit van de zorg voor patiënten met een vergiftiging. Schepers: “Het Diakonessenhuis ziet met haar positie midden in de stad veruit de meeste van deze patiënten en dat moet zeker ook zo blijven. Maar in sommige gevallen, bijvoorbeeld bij specifieke (combinaties van) middelen, heeft een patiënt zulke hooggespecialiseerde zorg nodig, dat de zorg in het UMC Utrecht gedaan moet worden.”
Walraven en Schepers willen graag de hele acute keten in de regio betrekken in de samenwerkingsovereenkomst. “Samen willen we ervoor zorgen dat patiënten nog sneller juist worden beoordeeld en de zorg meteen op de juiste plek wordt verleend.”