Terug

Cochleaire implantatie

Cochleaire implantatie

Patiëntfolder

Een cochleair implantaat (CI) is een gehoorprothese voor zeer ernstig slechthorende of dove mensen, bij wie gewone hoortoestellen niet voldoende helpen. 

Een cochleair implantaat bestaat uit een inwendig deel (het implantaat) en een uitwendig deel (de spraakprocessor). Tijdens een operatie plaatst de KNO arts het implantaat. Dit implantaat bevat een spoel met een magneet die vlak onder de huid zit. Daaraan vast zitten elektroden die in het binnenoor geschoven worden. 

Na de operatie is een herstelperiode nodig van ongeveer 3-6 weken. Horen is dan nog niet mogelijk aan het geopereerde oor, de huid moet eerst genezen. Na deze herstelperiode wordt de spraakprocessor in gebruik genomen. Vanaf dat moment is het mogelijk om te horen met het implantaat. 

Er zit een snoertje aan, dat verbonden is met een zendspoel die een magneet bevat. De magneet in de zendspoel klikt vast op de magneet van het implantaat. Deze zit onder de huid, achter het oor. De verbinding tussen spraakprocessor komt zo tot stand. Met een cochleair implantaat moeten mensen opnieuw leren horen. De geluiden klinken anders dan voorheen.

Mensen die van jongs af aan zeer ernstig slechthorend/doof zijn, hebben wisselende resultaten met een cochleair implantaat. Sommigen van hen komen enigszins tot verstaan van spraak. De meesten horen alleen omgevingsgeluiden. 

Mensen die plotseling doof geworden zijn en mensen die hun gehoor zijn kwijtgeraakt op latere leeftijd, hebben een goede kans op verbetering van horen en spraakverstaan. 

Generieke content afbeelding

Wie komen er in aanmerking voor een CI?

  • Mensen die plotseling doof zijn geworden door een ziekte of door een onbekende oorzaak. Zij krijgen zo snel mogelijk een cochleair implantaat. 
  • Slechthorenden bij wie het gehoor achteruit gaat (er is dan sprake van een progressief gehoorverlies) en bij wie hoortoestellen tekortschieten.

Hoe verloopt de intake procedure?

De intake procedure bestaat uit enkele bezoeken aan de polikliniek.

Onderzoeksdag 1 - Op deze dag vinden de volgende onderzoeken plaats:

  1. Gehooronderzoek
    Een audiologieassistent meet uw gehoor. De grafiek van uw gehoormeting heet een audiogram. Eerst maken we een toonaudiogram. U krijgt een koptelefoon opgezet. De audiologieassistent laat u verschillende (piep)tonen horen. De zachtste tonen die u kunt horen komen in het toonaudiogram. Daarna maken we een spraakaudiogram. U zegt korte woorden na. Deze woorden kunnen goed hoorbaar of heel zacht zijn. U doet dit eerst met de koptelefoon op. Daarna doet u uw hoortoestel(len) weer in. Dan zegt u woorden na die uit een luidspreker komen.
  2. Audioloog
    De audioloog vraagt naar uw gehoorverlies. Hoe is het ontstaan? Hoe is uw gehoor veranderd? Draagt u hoortoestellen?
  3. KNO arts
    De KNO-arts vraagt naar uw gezondheid. Dit zijn vragen over uw gezondheid nu, maar ook over uw gezondheid vroeger. De arts onderzoekt ook uw oren en vertelt u over de operatie en over de risico’s daarvan.

Na deze onderzoeken zijn er twee mogelijkheden:

  • De KNO-arts en de audioloog denken dat een CI voor u geen goede oplossing is. U krijgt geen verdere onderzoeken voor CI.
  • De KNO-arts en de audioloog denken dat een CI u misschien kan helpen. U gaat door naar de tweede onderzoeksdag.

Onderzoeksdag 2 - Op deze dag vinden de volgende onderzoeken en gesprekken plaats:

  1. Medisch Onderzoek
    Meestal maken we bij dit medisch onderzoek alleen een CT-scan. Soms zijn er nog andere medische onderzoeken nodig. Bij een CT-scan gebruiken we röntgenstraling en maken we plaatjes van het binnenoor. De KNO-arts kan op deze plaatjes zien of het mogelijk is om een CI te plaatsen. Het onderzoek duurt ongeveer vijftien minuten.
  2. Logopedisch onderzoek
    De logopedist test het spraakverstaan en het spraakafzien, en observeert de communicatie. De testen worden na de implantatie herhaald. Zo kan de logopedist de vooruitgang meten. Het onderzoek duurt een uur en vijftien minuten.
  3. Gesprek met de maatschappelijk werker
    De maatschappelijk werker praat met u over verschillende onderwerpen. Bijvoorbeeld over wat u merkt van de slechthorendheid/doofheid in het dagelijks leven, over wat uw verwachtingen zijn van een CI en over het revalidatieprogramma. Dit gesprek duurt ongeveer een uur.

Uitslag en advies 

Het CI-team vergadert na alle vooronderzoeken. Het team besluit dan welk advies u krijgt. De derde dag hebt u een afspraak met de KNO-arts en de maatschappelijk werker. Zij vertellen u het advies van het CI-team.
Er zijn verschillende adviezen mogelijk. De belangrijkste zijn:

  1. Het CI-team denkt dat een cochleair implantaat u niet gaat helpen. U krijgt dan een negatief advies voor CI.
  2. Het CI-team denkt dat een CI u wel kan helpen. U krijgt dan een positief advies voor CI. Maar u kiest zelf of u echt doorgaat voor een CI.
    De KNO arts plaatst u dan op de wachtlijst voor de operatie (implantatie). 

Als u doorgaat voor een CI heeft u nog een CI implantaatkeuzegesprek met de logopedist.
Tijdens dit gesprek worden de verschillende merken (Cochlear, Advanced Bionics en MED-EL) met u besproken. Vaak kunt u zelf kiezen voor een bepaald merk. Soms kiest het team, bijvoorbeeld omdat daar medisch technische redenen voor zijn. 

Na de behandeling uitklapper, klik om te openen

Hoorrevalidatie

Na de implantatie moet de wond eerst 3-4 weken genezen. Daarna begint de hoorrevalidatie. De hoorrevalidatie begint met de eerste afregeling van de spraakprocessor. Dit doet de audioloog. Na de eerste afregeling kan de CI-gebruiker alweer een beetje horen. Maar meestal klinkt het geluid dan nog erg vreemd. 

Daarom moet de CI-gebruiker de eerste drie maanden (bijna) elke week terugkomen. De audioloog regelt de spraakprocessor elke week in volume en verfijning een beetje bij. Bij de logopedist wordt geoefend met het horen en het spraakverstaan. 

De hoorrevalidatie is erg belangrijk. CI-gebruikers moeten namelijk opnieuw leren horen. Een gezond oor heeft ongeveer 20.000 haarcellen. En een implantaat heeft “maar” 12 tot 24 elektroden. Daarmee kan een implantaat nooit helemaal het werk van de haarcellen overnemen. Het geluid klinkt daardoor heel anders dan bij mensen met een normaal gehoor. En ook heel anders dan met hoortoestellen. De hersenen moeten aan dit nieuwe geluid wennen. De hersenen moeten het nieuwe geluid leren (her)kennen en leren wat alle geluiden betekenen. Dit heeft tijd nodig en kan even duren. Je kunt de hersenen hierbij wel helpen door te oefenen.

Het oefenen gebeurt één keer per week bij de logopedist in het ziekenhuis. Zij geeft oefeningen mee voor thuis. Thuis oefent de CI-gebruiker ook nog veel met een oefenpartner. Het liefst elke dag vijftien tot twintig minuten. Dit gaat in elk geval de eerste drie maanden zo. De oefenpartner is meestal een bekende van de CI-gebruiker. Dit kan bijvoorbeeld de levenspartner zijn, of een vriend(in). Het kan ook een familielid zijn.

De eerste drie maanden is het oefenen heel belangrijk. Door het oefenen worden sneller resultaten bereikt. Maar een CI blijft een hoor hulpmiddel. Het horen wordt niet zoals vroeger. En het wordt nooit hetzelfde als met goed functionerende oren. Iedere CI-gebruiker is anders. Daarom behaalt iedere CI-gebruiker ook weer andere resultaten met zijn CI. Deze resultaten kun je niet met elkaar vergelijken.

Nazorg

Na het eerste jaar komt u in de nazorg. U krijgt dan periodiek  een oproep voor een controle afspraak bij de logopedist. De logopedist zal dan uw spraakverstaan beoordelen. Zo nodig kan er een afspraak bij de audioloog worden ingepland om naar de instellingen te kijken.
Mocht u vragen en/of klachten hebben, kunt u via het CI secretariaat een afspraak laten inplannen. 

Informatie fabrikanten
Informatie over de verschillende implantaten vindt u op de websites.
Cochlear: www.cochlear.com/nl
MED-EL: www.medel.com/nl
Advanced Bionics: www.advancedbionics.com/nl

OPCI
OPCI behartigt de belangen, geeft voorlichting en draagt zorg voor lotgenotencontact voor mensen met een cochleair implantaat en voor mensen die een cochleair implantaat overwegen.
www.opciweb.nl

Contact

Postadres:
Zorggroep CI Utrecht
Huispostnummer F 02.504
Postbus 85500
3508 GA Utrecht

Telefoon: 088 755 8360
SMS/Whatsapp: 06-27744089
Email: CI@umcutrecht.nl
Website: www.umcutrecht.nl/nl/behandeling/cochleaire-implantatie 

Zorgkosten uitklapper, klik om te openen

Meer over zorgkosten

Contact uitklapper, klik om te openen

Hebt u vragen? Neem dan contact met ons op. Voor het maken van een afspraak hebt u een verwijzing nodig van de huisarts of specialist.

Polikliniek Keel-, neus- en oorheelkunde (KNO)

Telefoonnummer: 088 75 588 90
De polikliniek is op werkdagen bereikbaar van 08.00 - 17.00 uur

Werken bij het UMC Utrecht

Contact

Afspraken

Praktisch

umcutrecht.nl maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies Deze website toont video’s van o.a. YouTube. Dergelijke partijen plaatsen cookies (third party cookies). Als u deze cookies niet wilt kunt u dat hier aangeven. Wij plaatsen zelf ook cookies om onze site te verbeteren.

Lees meer over het cookiebeleid

Akkoord Nee, liever niet